Artikel 46 lid 1 Rv. zegt bewust allereerst dat het exploot wordt gelaten aan degene voor het bestemd is in persoon. De wetgever heeft daarmee beoogt dat dit de voorkeur heeft. Dat lijkt ook logisch nu het idee achter het betekenen van een exploot is, dat het stuk de wederpartij tijdig zal bereiken. Dat doe je allereerst door deze in persoon te betekenen.
Maar het betekenen van een exploot in persoon is geen vereiste. Je kunt de rechtsgang niet belemmeren door niet aanwezig te zijn. Daarom biedt de wet ook de mogelijkheid om een exploot af te geven aan een huisgenoot. Die kent de betrokkene immers en heeft (vaak) nauwe banden waardoor de huisgenoot het stuk ook tijdig bij de wederpartij in bezit kan brengen. Je kunt zelfs een stuk achterlaten aan de (toevallig) aanwezige oppas, buurman of schoonmaker. Die moet dan wel verklaren dat hij het exploot tijdig zal afgeven aan degene voor wie hij is bestemd.
Is er nu niemand aanwezig? Dan mag je het exploot in een gesloten envelop in de brievenbus stoppen. De deurwaarder heeft toegang tot de Basisregistratie van Personen (BRP) en moet deze altijd raadplegen voordat het exploot wordt betekend. De deurwaarder weet dan ook op welk adres de betrokkene staat ingeschreven en kan daar rechtsgeldig exploot doen en eventueel een afschrift in een gesloten envelop achterlaten in de brievenbus.